Dinsdag 10 december 2024. Tijd: 16.30 uur.
Hoe we kijken naar mensen met dementie, mag veranderen. Dat is de stelling van zorgverlener Teun Toebes, die de hele wereld afreist om te kijken hoe andere landen kijken naar de mens áchter dementie.
Op dit moment is de zorg ingericht op kwantiteit, en niet de kwaliteit van leven. Er is een cultuurverandering nodig, volgens Teun. Niet de mens alleen maar als patiënt zien, maar de héle mens zien. Ons mensbeeld is daarbij de sleutel.
Het is een interessante perspectiefwisseling, die fundamenteel anders is dan het gangbare, huidige perspectief: zo denken wij vooral in tekorten aan zorgmedewerkers. Maar hebben we niet een tekort omdat we op een bepaalde manier naar de zorg kijken? Er zijn middelen – geld en personeel – zat, stelt Teun. Het gaat erom wat we met onze mogelijkheden doen. Maar hoe doen we dat dan?
Aan goede bedoelingen ontbreekt het niet. Ons zorgsysteem is immers gebaseerd op wat wij denken dat mensen nodig hebben. Daarom weegt collectieve veiligheid ook zwaarder dan de individuele kwaliteit van leven.
We vergeten weleens de vraag te stellen: ‘Is dit ook wat iemand zelf wil en draagt het ook bij aan kwaliteit van leven?’ Lúisteren we wel genoeg naar de mens áchter de patiënt?
Om dit te bewerkstelligen voor dementiepatiënten, startte Teun het project ‘De mens zien die (ook) dementie heeft’. Daarmee hoopt hij die kwaliteit van leven een grotere rol te geven.
Het gaat dan vaak om kleine dingen, die in de ogen van Teun alles behalve klein zíjn. Denk aan wel of niet naar buiten kunnen als het mooi weer is. Wel of niet zelf mogen bepalen wat je drinkt. Beslissingen die nu vaak in handen zijn van een ‘protocol’ of een deskundige, bijvoorbeeld een diëtiste.
Op zich niets mis mee, behalve dan dat ze voortkomen uit optimale veiligheid voor en controle op het collectief bewerkstelligen. Anders gezegd: het komt voort uit de cultuur van de organisatie.
Het gekke is: deze cultuurverandering – van kijken naar wat wél kan in plaats van wat níet – is al aan de gang. Het probleem is: we focussen er niet op. We zien het niet. We delen het niet met elkaar. En dat is wat nodig is.
Zoals aangegeven: Teun reist de wereld af en haalt inspiratie naar hoe andere landen hun zorgsysteem inrichten. Zoals in Moldavië. Daar staat 1 zorgmedewerker op een groep van 34 mensen. Waar we in Nederland vinden dat je alleen met een diploma mensen naar het toilet kunt brengen of kunt helpen met eten, helpen patiënten in Moldavië elkaar onderling. En dat gaat goed, puur vanuit die medemenselijke behoefte iets voor elkaar te betekenen.
In Moldavië meten ze ook een stuk minder. In Nederland willen we alles weten: ontlasting, gewicht, etc. Daar is op zich niets mis mee, maar is het nodig om iedereen te meten?
Waarom zouden we niet vaker afwegen per persoon? Want draagt elk middel dat we collectief inzetten ook echt bij aan de kwaliteit van leven van elk individu?
Waar de schoen wringt: in Nederland doen we aan risicodenken. Maar risico’s horen bij het leven. Als je risico’s tot 0 reduceert, reduceer je ook het leven tot 0. Juist door risico’s te accepteren en normaliseren, creëren we sociale veiligheid en een collectief gedragen verantwoordelijkheid.
Is er dan een ‘incident’? Dan is het niet nodig een schuldige te zoeken. Nee, dan kunnen we elkaar vasthouden en kwaliteit van leven omarmen, aldus Teun.
Auteur: redactie